Twintig procent woningeigenaren geen geld voor verduurzaming

‌Eén op de vijf huiseigenaren kan woningverduurzaming niet financieren. Er is onvoldoende spaargeld en lenen is geen optie blijkt uit onderzoek. Woningeigenaren die hun huis wél kunnen verduurzamen en er het geld voor hebben, hebben dan weer weinig interesse in deze investering. De aanpassingen zouden te weinig rendement opleveren, is het idee.

In 2030 wil het kabinet dat anderhalf miljoen woningen verduurzaamd zijn. Dat betekent dat er bijvoorbeeld een warmtepomp geïnstalleerd is of dat er isolerende maatregelen zijn getroffen.

De Nederlandsche Bank (DNB) nam 4,3 miljoen woningeigenaren onder de loep en onderzocht of deze huishoudens woningverduurzaming konden financieren. Twintig procent had onvoldoende financiële middelen voor de toepassing van energiebesparende maatregelen. Voornamelijk jonge huizenbezitters hebben het geld niet om woningverduurzaming te realiseren. Het Rijk en de gemeenten moeten volgens DNB aanvullende maatregelen nemen om deze huiseigenaren te helpen.

Woningbezitters die wél het geld hebben om hun huis te verduurzamen, zijn niet bijster enthousiast om deze stap te zetten. Dertig procent geeft aan dat ze hun pand niet gaan vergroenen. Slechts twintig procent van de groep met voldoende financiën voor verduurzamen wil hun onderkomen energiezuiniger maken, mits dat niet meer dan 12.500 euro kost. Dat gereserveerde bedrag is lang niet altijd afdoende,

Volgens de DNB is de gematigde interesse te wijten aan het geloof dat woningverduurzaming meer kost dan dat het oplevert. De Vastelastenbond is van mening dat woningverduurzaming juist erg interessant is en weldegelijk voordeel oplevert. De consumentenorganisatie wijst woningeigenaren graag op verschillende duurzaamheidsleningen en andere financieringsmogelijkheden. De plaatsing van zonnepanelen zorgt bijvoorbeeld voor een lagere energierekening en dat is zeker in deze periode een prettig vooruitzicht. Ook woningisolatie is een goede manier om je gas- en stroomverbruik terug te dringen.

Oprichter Dirk-Jan Wolfert van de Vastelastenbond nam zelf de proef op de som en liet zonnepanelen plaatsen en andere verduurzamende maatregelen aan zijn woning uitvoeren. Zo koos hij voor isolatie. In een later stadium werden zonnepanelen geplaatst. Een jaar na de uitvoering van de energiebesparende maatregelen, maakte Wolfert de balans op.  Binnen vier jaar verwacht hij de zonnepanelen terugverdiend te hebben. Deze systemen hebben een verwachte levensduur van 25 jaar. Woningisolatie zorgde ervoor dat zijn gasverbruik flink werd teruggedrongen.

Om deze woningverduurzaming te bekostigen, koos Wolfert voor een duurzaamheidslening. Deze lening was relatief eenvoudig aan te vragen.